De laatste geestelijken van Sint-Viator

door

Broeder Juul Gysels was omwille van zijn nieuwe functie indertijd verhuisd naar Antwerpen. Later keerde hij terug naar zijn familie en kwam uiteindelijk terecht in een rusthuis in Grobbendonk. Hij stierf in 2008 en schonk zijn lichaam aan de wetenschap.

Pater Guillaume Plas had in 1965 Westmalle verlaten voor werkzaamheden in de parochie Saint-Viateur in Oullins, die hij pas zou staken om gezondheidsredenen toen hij al 88 was. Hij stierf in Frankrijk in 1994 op 92-jarige leeftijd.

De broers Félix en Henri Minner, broeder Jozef Geuens, broeder Adil Cool en broeder Theofiel Delang bleven in Westmalle. Eerst nog een tijd in het hoofdgebouw van Sint-Jan, later trokken ze naar Huize Wildzang.

Broeder Felix Minner was gedurende twintig jaar de overste van de Viatorianen in België. Hij stierf in 1968 in het huidige Groothuys.

Broeder Adil Cool verhuisde toch nog naar Brussel waar hij onder andere nog werkzaam was bij ‘Ecole et famille’. Hij stierf in 1989.

Broeder Jozef Geuens bleef in de school de functie van econoom vervullen. Hij stierf in 1977, op het ogenblik dat hij zijn medebroeders in Huize Wildzang zou gaan vervoegen.

De minzame broeder Henri Minner bleef beschikbaar voor allerlei kleine karweien in en rond Wildzang en de school. Hij stierf in 1978.

Broeder Theo Delang was jarenlang werkzaam in het internaat. Hij bleef ook nog lang nationaal proost van de KSA en ook nadien stond hij de beweging met raad en daad bij. Op de duur was hij nog de enig overblijvende Viatoriaan. In 1994 verhuisde hij van Wildzang naar Holstraat nr. 5, een gebouw dat ondertussen ook eigendom van het bisdom geworden was. Op het kerkhof aan de Sint-Martinuskerk liet hij een eenvoudige gedenksteen aanbrengen met de naam van al zijn confraters die in Westmalle gestorven waren. Na zijn dood in 2004 werd hij op die plek ook begraven.

Door: Herman Heylen en Jan Smets

Uit een artikel gepubliceerd in het jaarboek van de Heemkundige Kring van Malle in 2012, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het college.