Ontmoeting met een oud-leraar: pater Plas! (1980)

door

Toen ik Pater Plas begin september 1957 de klas zag binnenkomen om ons de eerste les uit Gallior te komen aanleren, was dat een hele belevenis. Ik ontmoette er een geestelijke, al een beetje op jaren die - erg zenuwachtig - toch een geweldige indruk op me maakte.

In de loop der jaren is hij dan een onvergetelijke figuur geworden. Voor mij, maar zeker ook voor al die anderen! Al zijn oud-leerlingen en ikzelf zouden jaren over hem kunnen vertellen, vooral over de ontelbare fratsen die we bij hem uitgehaald hebben (en die hij misschien nu nóg zelf niet weet...) en die hij meestal, gelaten, kon verdragen. Weet je nog, die "franse-les-na-de-klas", het "ga-op-uw-knieën-staan", of "horregeswel", de talrijke puntenboekjes die in het schouwgat van de centrale verwarming verdwenen, de zangstonden, de... neen, ik begin nu liever niet aan een opsomming. Alhoewel ik dat "René, ga buiten" toch nog even wou vermelden.

Sinds Pater Plas rond 1968 naar Frankrijk verhuisde, om er onderpastoor te worden, heb ik hem nog enkele keren teruggezien. Laatst ook nog toen hij op dinsdag 30 september jl. nog eens op bezoek was te Westmalle. Was dat weer een heuglijk ogenblik voor mij! Hij is niks veranderd tegen die eerste ontmoeting in 1957. Niet het minst verouderd, even dynamisch, even goed-gehumeurd, nog diezelfde gulle lach, even enthousiast. Alleen zijn priestertoog heeft hij omgewisseld voor een gewoon burgerpak.

Ondanks zijn Franstalige opvoeding sprak hij in zijn Westmalse tijd toch voldoende verstaanbaar en behoorlijk Nederlands (zij het met het onvermijdelijke Frans accent). Die uitspraak is nog steeds dezelfde. "Ik onderhoud het Nederlands zeer goed, omdat ik ginder in Frankrijk nog steeds dagelijks mijn Nederlandstalig brevier bid" zegde hij me. Bravo Pater Plas! Moesten ze dat in Brussel maar eens horen!

Die onverwachte ontmoeting heeft me veel deugd gedaan, blij gemaakt. Inzake methodiek en tucht was Pater Plas misschien geen groots vakdeskundige, geen modelleraar. Maar zijn onberekenbare inzet, zijn ten dienste staan zonder voorwaarden, telden bij hem des te meer. Een doorgoede mens, die Père Plas! Een mens, jazeker, die nederig genoeg was om te erkennen dat ook hij gebreken had en daarom onze talloze tekortkomingen wist te aanvaarden.

Ik heb met hem afgesproken dat hij zijn volgend bezoek aan Westmalle eens goed vooraf zou laten weten. Dan nodigen wij alle "oudere" oud-leerlingen eens uit op een gezellig samenzijn met... Père Plas! Wie weet, is er misschien wel iemand die hem dan wil afhalen en terugbrengen naar zijn parochie.

Westmalle en Pater Plas: twee begrippen in één (voor de vele oud-leerlingen tenminste). Ik benijd de mensen in Oullins (nabij Lyon) die hem als onderpastoor hebben. Wacht u ook met ongeduld op zijn volgend Westmals bezoek?

Raymond Dupont in Het Beertje nr. 102 (oktober 1980)

Lees ook: