Vraaggesprek met directeur E. Van Huffelen (2015)

door

De heer Eric Van Huffelen (°1962) kwam in september 1985 naar het college als nieuwe leraar klassieke talen. In 1998 werd hij pedagogisch begeleider voor de leerkrachten klassieke talen in de scholen van het bisdom Antwerpen. Ook was hij lid van de leerplancommissies Grieks en Latijn. Steeds is hij wel als deeltijds leraar verbonden gebleven aan Sint-Jan op de schooljaren 2003-2004 en 2004-2005 na. In die jaren was hij ook halftijds aan de slag bij het VVKSO (de ‘Guimardstraat’). Op 1 september 2011 volgde hij dhr. F. Goos op als directeur van het college.

Directeur, u bent al 30 jaar actief op onze school, eerst als leraar, sinds vier jaar als directeur. Wat is er veranderd en wat niet doorheen de jaren?

De meest direct zichtbare verandering in al die jaren betreft natuurlijk het gebouwenpark. In september 1985 werd de Viator in gebruik genomen. De lagere school was nog gehuisvest in 'tijdelijke' houten barakken. Van de refter en sporthal was nog geen sprake: de refter bevond zich op de derde verdieping van de Viator. En dan zwijgen we nog over de 'kleine' veranderingen zoals de buitentrappen van de Warande of de modernisering van het Groothuys. Mijn voorgangers, L. Van Loo en F. Goos hebben op het vlak van uitbouw van infrastructuur een buitengewoon grote verdienste.

Ook de dagdagelijkse lessenpraktijk was anders, zeker op het vlak van media. Kopieën waren in 1985 nog erg duur en er werd nog aangeraden met stencils te werken. Van beamers en pc’s was nog lang geen sprake. Gemengd onderwijs stond nog in de kinderschoenen: de meisjes op Sint-Jan zaten nog maar tot in het derde jaar, en wel uitsluitend in de klassieke afdelingen. Met de meisjes is trouwens ook de gestage groei van het leerlingenaantal ingezet.

Het onderwijslandschap was ook nog verdeeld in type 1 (VSO) en type 2 scholen... Dat betekende: 9 uren Latijn in het eerste en (eventueel) 9 uren wiskunde in het laatste jaar, een onderverdeling in hogere en lagere cyclus, deels andere richtingen dan de huidige, intussen afgevoerde vakken zoals antieke en Griekse cultuur enz. En natuurlijk was er ook nog het internaat. En waren vrouwelijke collega’s een minderheid...

Wat is gebleven doorheen al die jaren? De zorg voor leerlingen in combinatie met het streven naar een kwaliteitsvolle opleiding. In het eerste lag voor mij het grote verschilpunt met mijn eigen secundaire school, of althans toch met mijn ervaring daar. Mij heeft vanaf het begin op Sint-Jan de aandacht en zorg voor de individuele leerling getroffen. Mijn eigen collegejaren bij de Jezuïeten ervoer ik – wellicht wel meer post factum door de vergelijking die je gaat maken als je zelf aan de andere kant staat dan op het ogenblik zelf – meer als een survival of the fittest … Misschien dat die zorgzame basishouding wel minder opvalt doordat vele mensen vooral letten op de tweede constante: het streven naar een kwaliteitsvolle opleiding. Maar het is juist die combinatie die we willen nastreven en die dan ook de beginwoorden van ons eigen opvoedingsproject uitmaken: wij willen een gastvrije aso-school zijn. Een school dus waar ieder welkom is, waar geen belemmeringen mogen spelen op het vlak van herkomst, overtuiging of financiële draagkracht. Maar ook een school die een stevige opleiding en voorbereiding op hoger onderwijs wil bieden via de theoretisch-abstracte benadering, eigen aan aso. Binnen die polen situeren wij ons.

Wat ook altijd een kenmerk van Sint-Jan is geweest is de goede structuur en duidelijkheid waarvan een zeer grote kracht uitgaat. Hier verdient zeker Jan Thiré een dikke pluim: als adjunct-directeur is hij voor vele aspecten van de schoolorganisatie de drijvende kracht. En hij was al op post in 1985: ongetwijfeld is hij een van of zelfs dé koploper onder directieleden in dienstanciënniteit! En zo dus meteen garant voor continuïteit en behoedzame evolutie.

Heeft u, als classicus, een favoriet Latijns of Grieks citaat of levensmotto? Wat is dit en waarom?

Als leraar klassieke talen ben je tweevoetig! Dat biedt me al de uitweg om te midden van die rijke schat er twee te kiezen. Maar hier geldt echt wel: kiezen is verliezen. Maar laat ons gaan voor 'festina lente' (haast je langzaam) en μηδὲν ἄγαν (niets in te hoge mate).

Grondig werken vraagt tijd. Dat geldt voor alle domeinen van het leven, of het nu studie is of grondige lectuur of het uitbouwen van relaties of... Jammer dat in onze snelle, flitsende tijd men zichzelf zo vaak voorbij holt.

En de gulden middenweg als antidotum voor alle extremisme. Relativeringskunst als levensreddende attitude. Loskomen van jezelf als het centrum van…

Graag nog een uitsmijter voor wie zijn Latijn nog eens wil oprakelen. Bart De Wever bracht (na zijn eerste verkiezingsoverwinning?) de spreuk Nil Volentibus Arduum (voor zij die willen is niets onmogelijk) onder de aandacht als alternatieve invulling voor N-VA. Maar welke twee alternatieve interpretaties is hij uit de weg gegaan (als hij er al aan gedacht heeft!)? Antwoorden moeten persoonlijk binnen gebracht en toegelicht worden. Beloning: een kop onvervalste collegekoffie!

Uit: Het Beertje nr. 323 (juni 2015)