Een bekende schoolverlater: de heer Jos Poppeliers (2000)

door

Op 1 november is de heer Jos Poppeliers met pensioen gegaan. Zoals zijn naam het zegt was hij afkomstig uit de Noord-Antwerpse gemeente Poppel.

Hij behoort nog tot de generatie leraars die door gewezen directeur Broeder Gysels werd aangeworven begin jaren zestig. Het was de tijd van een gans ander college dan nu. Het was het college van Broeder Overste, van broeder Felix en Henri Minner, van Broeder Cool, Geuens en Delang. Het was het college van de heren Hautekiet, Uydens (sr.), Matthé, Geerts, Hofkens, Marcel Wuyts, De Busser, Derkinderen,... Het was de tijd dat de leerlingen nog andere voornamen droegen: Roger, Arthur, Jan, Jozef, Jef of Jos, Aloïs, Louis of Ludo. Als vrouwen kenden we allen "Madam-van-de-keuken" en de poetsvrouwen. Er was slechts één onderwijzeres: mevrouw Zicot, beveiligd tegen het nog haalbaar mannelijk geweld in het 1ste leerjaar.

Het was ook het college van een bloeiend internaat. Maar de broeders werden een dagje ouder en Broeder Overste zag zich genoodzaakt een beroep te doen op betrouwbare leken. Zo kwam de heer Poppeliers naar Westmalle, om naast zijn opdracht als lesgever, er ook toezicht bij de internen op te nemen. Samen met de heer Jan De Bie verbleef hij in de lokalen van het "duivenkot" boven de kleine turnzaal.

De heer Poppeliers kennen we allemaal als een bekwaam en toegewijd leraar Nederlands en klastitularis gedurende gans zijn loopbaan. Aanvankelijk gaf hij les in de tweede jaren, maar met het groeien van de school en het aantreden van jongere leerkrachten schoof hij op naar de derde jaren.

Naast zijn lessen was hij gans zijn loopbaan erg bedrijvig in de schoolbibliotheek. Die was in het leven geroepen door Broeder Gysels in het schooljaar 1963-1964, met medewerking van Guido Van der Schoot, die het een jaar overnam van ondergetekende (legerdienst). In de toenmalige kwestuur werden alle boeken in een oude kast geplaatst en genummerd volgens leerjaar. De leerlingen konden bij middel van bestelkaarten boeken uit de lijst kiezen. Ik zie Jos Brokken, Frank Melis en Ludo Fockaert nog elke dag komen helpen. Het was voor die tijd een zeer goed systeem.

Directeur Van Loo zag in de heer Poppeliers een ideale bibliotheekhervormer. De boeken werden verhuisd naar het klaslokaal van de 2de Moderne A (boven de turnzaal, tegen de kapel). De boeken werden professioneel genummerd en samen met de heer Derkinderen "runde" de heer Poppeliers de schoolbibliotheek. Hij kénde de boeken en hun auteurs: ik geloof dat hij elk boek van het rek gelezen heeft. Toen het leerlingenaantal bleef groeien (en het gebouwenpark eveneens) werd de bibliotheek gesplitst voor de hogere en lagere cyclus.

De heer Poppeliers werd leraar en klastitularis in een derde jaar en diende van klaslokaal te veranderen. Toen nam de heer Van der Vliet de bibliotheek voor zijn rekening en toen die verhuisde naar de leeszaal, kwam mevrouw Hertoge aan de beurt.

Eén van zijn grootste talenten was wel zijn taalkennis. Hij was een beetje een "wandelende dikke Van Dale". De heer Poppeliers was de specialist inzake de juiste schrijfwijze, het juiste voorzetsel, de juiste uitdrukking,... Leerlingen en collega's deden regelmatig een beroep op zijn parate taalkennis. En als in een van de collegebrieven of -teksten iets niet helemaal taal-orthodox was, dan hoorden we het wel!

Buiten het college was de heer Poppeliers eveneens een cultureel bedrijvige inwoner van Zoersel. Hij was er verantwoordelijk voor de gemeentelijke bibliotheek (waarvan hij de boeken door en door kende). En elk jaar zagen de inwoners van Zoersel (en soms van ver daarbuiten) hem als acteur in het traditionele kerstspel. Ook hier was de heer Derkinderen telkens een trouwe tegenspeler.

Van harte dank voor zoveel inzet en toewijding!

Raymond Dupont in Het Beertje nr. 259 (januari 2000)