De gemengdmaking van het college

door

Tot 1980 was het college uitsluitend een jongensschool met mannelijke leerkrachten en mannelijke internaatsmonitoren. En plots, in 1981, verschenen de eerste dames in de leraarskamer. Een voorteken, voor het korps... en voor het leerlingenpubliek!

Want inderdaad, aan de ene kant bestond er groot ongenoegen dat er in de scholengemeenschap Malle–Zandhoven geen gelegenheid was voor meisjes om een Latijnse richting te volgen. Anderzijds was het door een besparende ingreep van de overheid de instellingen onmogelijk gemaakt om intern nieuwe afdelingen in te richten. Daardoor was het de zusterschool in Oostmalle, het Maris Stella Instituut, dat tot die tijd uitsluitend een meisjesschool was en in haar humaniora alleen moderne richtingen had, verboden om Latijn te onderrichten. Wilde men aan de wens van een aantal ouders tegemoetkomen om hun dochter een Latijnse richting te laten volgen in de streek, dan zat er niets anders op dan de bestaande Latijnse klassen – van het college – open te stellen voor meisjes. Wat ook gebeurde! Op 1 september 1983 had dhr. Van Loo in zijn eerste Latijnse meer dan 30 jonge dames ingeschreven. Het schooljaar daarop zouden er meer dan 40 bijkomen. Uiteraard nadat ze, net als hun mannelijke collega’s, via een strenge toegangsproef hun geschiktheid hadden bewezen!

Spoedig stelde zich nochtans een nieuw probleem: wat als een meisje na één of twee jaar Latijn, die richting wenste te verlaten en naar de moderne afdeling wou overschakelen? Van school veranderen natuurlijk, want de modernes van SJB zouden homogeen mannelijk blijven! Aanvankelijk legde men zich daarbij neer, maar gaandeweg rees er in het oudercomité onvrede over die situatie. Er werden eerst vriendelijke aanvragen verstuurd naar de inrichtende macht, daarna dreigende brieven en uiteindelijk namen enkele ouders een advocaat onder de arm – met een stevige financiële sympathie van de oud-leerlingenbond – en werd het probleem uitgevochten voor de rechtbank. Tot een echt proces kwam het niet: aanvankelijk werden de modernes beperkt, later algemeen opengesteld voor jongens en meisjes, en uiteindelijk, maar dan zijn we al in 1995, werd heel het secundair onderwijs gemengd, niet alleen in SJB maar in alle katholieke Vlaamse scholen. Sint-Jan vervulde een pioniersrol in deze revolutie.

Ook de lagere school werd gemengd

Tot 1983 was er in het Maris Stella Instituut nog een derde graad lagere school, maar dat jaar werd de behoudsnorm voor die klassen niet gehaald. Sint-Jan ontfermde zich over de twee klasjes, zodat Jo Vermeiren bij zijn aantreden als directeur van de lagere school, in opvolging van Adriaan Van Boxel, er al direct een vestigingsplaats in Oostmalle bijkreeg. In 2000 moest hij evenwel meedelen dat het 5de leerjaar er niet meer kon ingericht worden, en het jaar daarop dat Maris Stella als vestigingsplaats voor de lagere school helemaal zou wegvallen. De nog resterende meisjes moesten naar Westmalle overkomen, waardoor in Sint-Jan de facto de lagere school gemengd werd. Het zou nochtans nog enige jaren van overleg met de naburige instellingen vergen vooraleer de stap gezet werd naar een algemene gemengdmaking van de lagere scholen in Westmalle. Voor het 1ste, 2de en 3de leerjaar kwam er die op 1 september 1998, voor het 4de, 5de en 6de leerjaar op 1 september 1999.

Door: Herman Heylen en Jan Smets

Uit een artikel gepubliceerd in het jaarboek van de Heemkundige Kring van Malle in 2012, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het college.

Over de gemengdmaking van het college leze men ook: