Over godsdienstlessen en -activiteiten (2008)

door

Natuurlijk zag het leven als "katholieke school" in het toen nog bescheiden Sint-Jan Berchmansinstituut (!), er héél anders uit dan nu.

In de helft van vorige eeuw waren er op onze school ongeveer evenveel internen als externen. De internen moesten elke dag naar de H. Mis in de kapel. Van de externen werd dat ook verwacht. Die mochten ook in hun parochiekerk gaan, maar dan moesten ze op een speciale kaart een stempel of handtekening van de pastoor vragen en als bewijs op school laten zien. Dat was niet altijd eenvoudig en vanzelfsprekend: eerst naar de mis in eigen kerk en daarna nog tijdig op school komen, was niet altijd mogelijk. Als de directie voldoende garanties had dat de ouders diep-christelijk waren en men dus dacht dat de leerling niet al te veel gevaar liep om de fatale goddeloze weg op te gaan, kon uitzonderlijk van deze verplichting worden afgeweken. Met het stijgend aantal externen is deze verplichting nadien stilzwijgend uitgedoofd.

De eerste les van de voor- en namiddag begon met een gebed. De leerling met dienst kreeg een speciale gebedskaart. "Heer Jezus, vóór we ons over onze boeken buigen, richten we onze blik tot U, om U te vragen... enz."

Er bestond ook het "Marialegioen". Een groep vrijwillige leerlingen volgden op de aangewezen tijdstippen in de kapel een reeks lezingen, gebeden en beschouwingen over de figuur van de Heilige Maagd Maria.

De viering van de "eerste vrijdag van de maand" heeft wél erg lang stand gehouden. Op de donderdag vooraf kreeg elke leerling de gelegenheid om te biechten. Soms moest de hele klas naar de kapel, zodat wie niet naar de biechtstoel ging erg opviel. Ofwel kwam men in de klas vragen dat wie wenste te biechten te gaan nú naar de kapel mocht, zodat dat wie wél te biechten ging erg opviel. ("Wat zou die allemaal uitgespookt hebben...?") Wel kon men op die manier reglementair een stuk van de les missen. Die biecht diende om met een propere ziel 's anderendaags te communie te kunnen gaan. Tegen 10 uur trokken de leerlingen per klas en in rijen van drie naar de parochiekerk van Sint-Martinus.

Die onvergetelijke godsdienstlessen van Pater Plas!!! Door zijn Franstalige opvoeding struikelde hij soms - en soms meer dan soms - over zijn woorden. We hadden bijna een gans schooljaar gewacht op het hoofdstuk over het huwelijk. Eindelijk! Nu gaan we "hét" eindelijk eens weten. Wat is "het"? En "het" kwam...

Pater Plas: "Ja jongens, vandaag een zéér belangrijke les!" Algemeen gejuich. "Maar helaas, ik heb ze niet voorbereid!" Algemene teleurstelling en luid protest. Maar hij had wel enkele "voorlichtingsboekjes" bij, waarin zeer subtiel en zonder in details te gaan, "alles" (???) over verliefdheid, verloving en huwelijk stond, behalve wat we wilden weten, maar waarschijnlijk al wisten. Iemand moest vooraan in de klas er een stuk uit voorlezen. Op het volgende blad stond een paginagrote foto met een mooi (?) meisjesgezicht. "Mak zien, makeszien joeng"... Pater Plas rukte het boekje uit de handen van de voorlezer, liep er mee naar Jules en riep "Hier kus ze, kus ze". Ik weet niet meer of Jules dat toen echt gedaan heeft. Hij zal wel beter geweten hebben.

Op het einde van het laatste jaar secundair gingen we drie dagen op retraite in de abdij van Westmalle: een buitengewone ervaring. Het interieur zelf gaf al een zalig voorsmaakje van hoe het hiernamaals er mogelijk zal uitzien. Tijdens de vieringen en gebedsdiensten in de kapel kwamen we zeer sterk onder de indruk van de ingetogen hemelse gezangen van de trappistenpaters in een stille oase van hun kapel, in schril contrast met de luidruchtig rumoer van het dagelijkse leven buiten de abdij. Tijdens de conferenties leerden we heel wat bij over leven, liefde en geluk. De maaltijden verliepen in volstrekte stilte, zoals bij de paters zelf. De vaat nadien moesten we zelf doen. Het was vooral Marc die zich ontpopte als een volautomatische vaatmachine. Hij is nadien dan ook een voorbeeldig huisvader, en later ook grootvader, geworden.

Advent en vasten waren sterke periodes in de godsdienstbeleving op school. Speciale gebedenblaadjes en vieringen. Geen vlees eten op vrijdagen en woensdagen in de vasten. Extra misvieringen en gebeden. Niet snoepen, sober leven.

Op de feestdagen van de heilige Jan Berchmans en van de heilige Viator (patroon van de broeders) werden er speciale vieringen gehouden. Er werd zelfs een Viatorlied gezongen: "Een jong leviet".

De proclamatie op het einde van het schooljaar werd voorgezeten door een bisschop. Op de turnfeesten Ritmica was ook de bisschop van Antwerpen, mgr. J.V. Daem aanwezig. Van hem werden zeer lang de woorden onthouden "Ik dank de Heer dat ik mocht bijdragen tot de ontwikkeling en uitbouw van dit mooi instituut".

In de taallessen werden alleen teksten behandeld van katholieke auteurs, meestal uit de prima tekstboeken "Noord en Zuid". In de lessen geschiedenis was een belangrijke plaats voorzien voor de ontwikkeling van het christendom. In de hoogste twee jaren werd schoorvoetend over liefde en relaties gepraat. In de filmfora werden de films zéér zorgvuldig geselecteerd. Geen "gewaagde" beelden of "vieze" woordjes.

En nu? Hongermaal, sponsortocht, Damiaanactie, bezinningsdagen, eucharistieviering eindejaarsen en vele andere initiatieven. Onze katholieke school is - nu zonder priesters en broeders - gelukkig nog altijd een school waar christelijke ideeën en waarden op de eerste plaats komen, doch helemaal anders dan toen. De betrokken leerkrachten verdienen daarvoor al onze waardering, zeker in deze samenleving waarin God heel dikwijls wordt genegeerd, ja zelfs wordt bespot.

Raymond Dupont in Het Beertje nr. 295 (september 2008)