Oud-leerlingenbond bezoekt Natural Kweekstation (2016)

door

Op zaterdag 16 april 2016 werd ons bestuur verwacht in het Natural Kweekstation te Zoersel, alwaar collega-bestuurslid Freddy De Prins (85EC) de dagelijkse leiding waarneemt. Hij gaf ons een zeer boeiende uiteenzetting over de wondere wereld van de duivensport en reisduiven.

Natural Kweekstation is het grootste kweekstation voor reisduiven ter wereld. Er huizen 3000 koppels die voor een jaarlijkse productie van zo'n 17.000 reisduiven zorgen. De prijzen variëren van 30 EUR voor een "gewoon" model tot 1250 voor een eliteduif met bewezen pedigree, afstammend van een kampioen. Belgische reisduiven zijn wereldwijd vermaard en Natural Kweekstation exporteert dan ook duiven naar alle uithoeken van de wereld. De kwaliteit van de Belgische reisduif is niet alleen te verklaren door onze jarenlange ervaring met de duivensport, maar ook door een gelukkig toeval waarbij de Belgische reisduiven tijdens de beide Wereldoorlogen niet vernietigd werden volgens de verordening van de Duitse bezetter. De duivenbond slaagde erin het op een akkoord te gooien met de bezetter zodat de topduiven enkel tijdelijk in bewaring werden gegeven, maar niet uitgeroeid. Zo bleef de jarenlang opgebouwde genetische superioriteit van de Belgische duivensoorten gevrijwaard terwijl de omringende landen telkens helemaal opnieuw moesten beginnen met opkweken.

Reisduiven zijn al eeuwenlang bekend als communicatiemiddel, doch het begin van de duivensport als recreatieve bezigheid kan gesitueerd worden in de vroege 19de eeuw. Het was toen gebruikelijk om zich met een aangekomen duif zo snel mogelijk naar het duivenlokaal te begeven. Wie daar eerst aankwam met zijn duif, had de wedstrijd gewonnen. Deze methode bleek toch niet helemaal eerlijk voor duivenmelkers die een langere afstand af te leggen hadden. Bovendien kwam het ook wel eens tot vechtpartijen tussen de jonge koeriers die zo snel mogelijk met de duif naar het duivenlokaal moesten rennen.

Om aan deze situatie te verhelpen, kwamen in het begin van de 20ste eeuw duivenklokken in gebruik. De duivenmelker moest de avond voor de wedstrijd een speciale gesyncroniseerde klok afhalen in het lokaal. Van zodra de duif thuis was, werd het gummi ringetje rond de poot in een kokertje gestoken en in de klok geduwd, die dan het aankomstuur vastlegde op papier. Ook hier zochten sommige duivenmelkers naar minder eerbare middelen om een wedstrijd te winnen: ze ontdekten dat een mechanische klok trager loopt wanneer ze gekoeld wordt. Men kon dus zijn voordeel doen door de klok meteen na ontvangst een nacht in de diepvriezer te steken!

Nadien kwamen er klokken die op batterijen werkten, waarbij deze truc niet meer werkte. Deze elektrische klokken zijn nog steeds in gebruik, hoewel een moderne zichzelf respecterende duivenmelker tegenwoordig beschikt over een automatische elektronische detector onder de plank in het duivenhok, die de duif automatisch registreert zonder dat de duivenmelker ze moet vangen. We durven weleens te veronderstellen dat de duivensport met uitsterven bedreigd is en dat is niet helemaal onterecht wanneer we enkel naar ons eigen land kijken. Nochtans groeit de duivensport wereldwijd. Een groot deel van de groei wordt momenteel gerealiseerd in Oost-Europa, maar ook het Verre Oosten en de Arabische wereld laten zich niet onbetuigd. Freddy staat geregeld op beurzen in Europa, maar ook in China en Japan. Er blijkt zelfs een vrij grote vraag naar reisduiven te bestaan in Irak en Koeweit!

Een lucratief nicheprodukt vormen de witte duiven, erg in trek bij trouwende koppeltjes. Ze betalen graag een stevige som geld voor een koppel witte duifjes om die na hun huwelijksmis te laten vliegen. Na gebruik keert de koopwaar echter vanzelf terug naar de handelaar en kan ze opnieuw verkocht worden!

Wie duivenmelker wil worden, begint best met een drietal koppeltjes. Vooraleer ze aan wedstrijden kunnen deelnemen, moeten ze opgeleid worden. Hun eerste levensweken brengen ze door in het eigen hok om de omgeving te leren kennen. Vervolgens worden de duiven een eerste keer gelost op een kilometer afstand; dan op vijf, tien, twintig, veertig kilometer. Als dat allemaal goed gaat, zijn ze klaar voor een eerste korteafstandsvlucht, meestal Quiévrain in Noord-Frankrijk.

Als korte wedstrijdafstanden gelden 100 tot 300 kilometer, midfond van 300 tot 600 km. De langste courante wedstrijd is Barcelona, voor Belgische reisduiven zo'n 1200km in vogelvlucht. Duiven doen doorgaans 2 dagen over deze afstand, hoewel het met goede weersomstandigheden soms ook op één dag kan. Duiven kunnen over zee vliegen, op voorwaarde dat de zee niet te diep is, aangezien dat een impact heeft op het aardmagnetisme dat duiven gebruiken om zich te oriënteren. Een wedstrijd vanuit Londen is dus geen probleem, maar de Canarische Eilanden liggen buiten bereik.

Om snel te kunnen vliegen moet een duif gemotiveerd zijn. Die motivatie wordt op twee manieren gewekt: door paringsdrang en territoriumangst. Het eerste bewerkstelligt men door het kort samenplaatsen van een duiver en duivin, en die vervolgens te scheiden. Het tweede doet men door tijdelijk een andere duif in het hok te plaatsen zodat er angst ontstaat om de eigen plaats te verliezen. Na een vijftal jaar hebben de duiven deze tactieken echter door en begint de explosieve performantie op korte afstanden af te nemen. Ze kunnen dan wel vaak nog erg goed op lange afstanden vliegen.

Natural Kweekstation heeft een eigen museum dat te bezoeken is tijdens de opendeurdagen in februari en maart, of op afspraak. Heeft u interesse gekregen in de duivensport of wenst u meer informatie, aarzel dan niet om contact op te nemen. Alle informatie vindt u op de website. Wij danken nogmaals Freddy De Prins voor zijn gastvrijheid en warme ontvangst!

Verslag door Mathias Van Aken (94LAGR) in Het Beertje nr. 327 (juni 2016)