In memoriam: Directeur E.H. Lodewijk Van Loo (2007)

door

Het is mij vergund geweest om, na zes jaar leraarschap op het college, gedurende negen jaar met Eerwaarde Heer Van Loo als zijn adjunct-directeur te hebben mogen samenwerken. Directeur Van Loo was bij leven al een monument.

Toen Mgr. Daem hem in 1968 vroeg om als directeur de leiding van het Sint-Jan Berchmanscollege op zich te nemen, gaf hij een antwoord dat hem helemaal typeerde: "Ja, op voorwaarde dat ik het mag doen zoals ik denk dat het moet gedaan worden." Als hij een verantwoordelijkheid toegewezen kreeg, dan nam hij die ook ernstig, want hij was een man uit één stuk met een groot plichtsbesef.

Met zijn klare kijk op de zaken stond het voor hem vast: het college was een humaniora, een ASO-school, en dus moest het die naam en die opdracht ook waardig zijn. De lat moest hoog gelegd worden, het niveau van de studies moest ouders en leerlingen de waarborg bieden dat de uitgereikte diploma's vlaggen waren die de lading volledig dekten. Zijn hele directeurschap lang - een kwarteeuw - heeft hij zich ingezet om het beoogde kwaliteitsniveau te handhaven, te verbeteren, te verdedigen. Zijn verzet tegen nieuwlichterijen zoals het VSO-experiment, dat voor hem een regelrechte aanslag op die kwaliteit betekende, was door die fundamentele zorg ingegeven. Niet dat hij van het college een eliteschool wilde maken: die term, die ik hem trouwens nooit één keer in de mond heb weten nemen, associeerde hij met bijkomstig franje, en daartegen verzetten zich zowel zijn afkomst als zijn temperament. Een hoog niveau nastreven was in zijn ogen gewoon een kwestie van eerlijkheid tegenover de aan de school toevertrouwde leerlingen, hun ouders en de maatschappij.

Het doel was scherp omlijnd, de weg ernaartoe kaarsrecht. Van zijn medewerkers verwachtte hij dat zij zijn visie onverminderd deelden. Hij droeg de ultieme verantwoordelijkheid, hij had dus ook in alles het laatste woord, en daar stond hij op. "Iedereen mag mij altijd advies geven", zei hij, "maar niemand zal mij ooit kunnen verplichten om een beslissing te nemen waar ik niet achter sta." De vraag naar advies nam vaak de vorm aan van het fameuze "Peinst er 's over"... meestal toen het al wel duidelijk was dat zijn besluit eigenlijk vaststond.

En dan was er het internaat, "zijn" internaat, zijn oogappel. Zijn haast fanatieke inzet hiervoor moet, denk ik, verklaard worden vanuit zijn priesterroeping. Het internaat was voor hem een vorm van pastoraal, van priesterlijke bekommernis om jongeren die om familiale redenen deze vorm van opvang en deze thuis nodig hadden om te kunnen studeren. Hij had er alles voor over.

Vanuit wat hij als zijn missie zag en met een ongelooflijke werkkracht heeft hij de school gekneed in de vormen waarop zij die de fakkel van hem overnamen konden voortbouwen. Namens de huidige directie van het Sint-Jan Berchmanscollege wil ik dan ook hulde brengen aan de enorme verdiensten van directeur Van Loo en uiting geven aan onze diepe dankbaarheid voor wat deze man voor de school betekend heeft.

We zouden Louis Van Loo evenwel onrecht aandoen als het monument ons de mens zou doen vergeten. Achter het pantser van beginselvastheid en ongenaakbaarheid ging veel onzekerheid en kwetsbaarheid schuil, en een hart dat zoals elk mensenhart hunkerde naar vriendschap en genegenheid. Het kostte hem moeite om met gevoelens om te gaan, maar zoals vele anderen die hem van nabij gekend hebben kan ik uit eigen ervaring getuigen van zijn hartelijkheid en zijn gemeende belangstelling voor het wel en wee van anderen, net als over de pijn die hij ervoer van zo vaak onbegrepen te zijn.

Dat wij hem in geen geval mochten vieren bij zijn afscheid, en dat ook niet hebben kunnen doen, heeft voor een groot deel met die kwetsbaarheid te maken, maar evenzeer met zijn rotsvaste overtuiging dat hij niet hoéfde gevierd te worden, omdat hij gewoon zijn plicht gedaan had. Toen hij één van de allerlaatste dagen in de lerarenkamer geconfronteerd werd met een onverwacht applaus vanwege zijn leraren, zei hij alleen maar - en heel even brak zijn stem - : "Ik ben slechts een onnutte knecht geweest"... Mocht God onze Vader nu in een weids gebaar zijn armen voor hem openen en zeggen: "Kom, goede en trouwe dienaar, ga binnen in de vreugde van uw Heer!"

Jan Thiré
Adjunct-directeur Sint-Jan Berchmanscollege
Westmalle 27 januari 2007

Verschenen in Het Beertje nr. 288 (maart 2007)

Lees ook: