In memoriam: de heer Leo Geerts (1991)

door

Toen Broeder Overste J. Gysels in 1959 met de hogere cyclus op onze school startte, was het aanwerven ven geschikte leraars één van zijn prioriteiten. Samen met hem en zijn opvolgers moesten zij een bescheiden secundaire broedersschool helpen uitbouwen tot een volwaardig college waar de jongeren in eigen streek in optimale omstandigheden konden worden opgeleid, opgevoed en voorbereid tot de toekomst.

Met de persoon van de heer Leo Geerts als leraar Nederlands, Engels en Duits had directeur Gysels een uitstekende keuze gedaan. De heer Geerts kwam in dienst na zijn legerdienst op 1 december 1959. Met de heren René Hofkens, Joris Nollet, Herman Faes, Jan Verachtert, Herman Wouters, Marcel Wuyts en ook met de reeds eerder in dienst zijnde Jan Uydens en Michel Hautekiet stond er een bekwame, sterke en dynamische ploeg klaar. Het duurde niet lang of de heer Leo Geerts bleek een bijzonder groot, belangrijk en invloedrijk figuur te zijn op S.J.B.

Als leraar had hij een zeer groot aandeel in het peil en de erkenning van de school: geen eenvoudige klus! Vooral in zijn lessen Nederlands bleek al vlug een bijzondere interesse voor literatuur. Met grote vaardigheid leerde hij ons teksten en boeken ontdekken, peilen naar diepere achtergronden, beoordelen, bewonderen, afkeuren, enz. Wij leerden ons kritisch opstellen.

Bijna drie volle schooljaren hebben ondergetekende en zijn klasgenoten hem gekend en ervaren als klastitularis. Het minste wat je kan zeggen is dat hij zeer bewonderd en geliefd werd door zijn leerlingen. Hij was een man om naar op te kijken, iemand die een natuurlijk gezag bezat, iemand die vertrouwen inboezemde. Onder zijn hoede en onder het gezag van Broeder Overste kon het niet mis gaan.

Als organisator en als bezieler leerde ik (als leerling) hem nog beter kennen en kreeg een bijzonder goede relatie met hem. Ik leidde een ABN-actie en was hoofdpromotor van de ABN-kern op school. De heer Leo Geerts was moderator. Achteraf bleek pas hoeveel van zijn vrije tijd hij besteed heeft aan het culturele leven op school en in de streek. En in de relatie leraar-leerling konden wij het uitstekend met elkaar vinden, ook toen wij naar de Nationale ABN-contactdagen in Leuven reden tijdens de stakingsperiode om de eenheidswet. (In diezelfde periode 1960, 1961 enz. was ook een zekere Wilfried Martens actief in de ABN-kernen.) Terug op school voerden wij actie en organiseerden samen met hem een hele resem aan activiteiten in en voor de ABN-actie. Hij was raadgever, medewerker, jurylid, enz.

Als medewerker aan het toen zeer bloeiende schooltoneel was hij gewoon niet weg te denken. Tot hij zichzelf achter de schrijftafel zette en "Wie ben je, Parzival" schreef. Een moeilijk en zwaar stuk, maar van een buitengewoon hoge kwaliteit. (Wij denken er zelfs nog meerdere exemplaren van te bezitten).

Wat later ging hij de lichtere toer op en schreef samen met de heer Jan Verachtert "Teenagerspook". Hij bewees de jeugd van toen vrij goed te kennen.

Als mens leer je als jongeman ook vlug iemand kennen. Eén van zijn beroemde uitnodigingen om iemand naar het bord te roepen zullen we waarschijnlijk nooit vergeten: "Sukkelaar, gij daar, ellendeling, raap uw uitgemergelde knoken bij elkaar, sleep ze naar het bord en breng uw wijsheidsknobbel mee!" Of: "Wacht maar, sukkelaars, ik zal eens gaan vuurspuwen!" enz. enz.

Wij wisten allemaal dat het grappig bedoeld was, maar nadien bleek toch dat hij een stukje van zijn persoonlijkheid prijs gaf. Er stak wel wat sarcasme in die man. De reden hiervan hebben wij nooit kunnen achterhalen, maar de stijl en de richting die hij later is gaan volgen, maken ons niet veel wijzer.

Als leraar had hij zich een bijzondere reputatie opgebouwd. Door zijn bijzonder verstand en zijn bijzondere kennis, door zijn inzet en zijn creativiteit, door zijn uiterlijke eenvoud ook stond hij in groot aanzien bij zijn collega's. Toen besloten werd op school een leraarsraad op te richten werd hij er meteen de voorzitter van. Hij trachtte inhoud aan die functie te geven.

Ondertussen was het jaar 1968 er aan gekomen. In Frankrijk en in Duitsland grepen grote studentencontestaties plaats. In Leuven werd er betoogd en gestaakt omwille van "Leuven Vlaams". De Westerse wereld stond die jaren op zijn kop. Men predikte nieuwe waarden. Nieuwe inzichten. Het rode boekje van de Chinese Mao haalde het op de Bijbel. Men kreeg totaal nieuwe ideeën over gezag en leiding in bedrijven, scholen en maatschappij. Het woord "inspraak" lag op alle jonge lippen. Wijsgeren als Marcuse werden aanbeden.

Op ons college deden zich in dezelfde periode ook enkele belangrijke wijzigingen voor. De verantwoordelijkheid van de school werd overgedragen aan het Bisdom Antwerpen, Broeder Gysels werd benoemd tot secretaris van het Bisdom, de heer Baeten werd directeur, nam achttien maanden later ontslag en de heer Van Loo werd de nieuwe jonge collegedirecteur.

De heer Leo Geerts had blijkbaar de kant van de nieuwe stromingen gekozen en kwam in aanvaring met de nieuwe collegedirectie. Het college beleefde een weinig aangename periode, een woelige tijd. In moeilijke omstandigheden nam de heer Geerts ontslag in 1971.

Onlangs (15 juni 1991) lazen we in "Gazet van Antwerpen": "Leo Geerts is getekend door de contestatiebeweging. Als leraar Nederlands aan het college van Westmalle geraakte hij in 69 betrokken bij een leerlingenopstand. "De kerkelijke autoriteiten hadden geen enkele voeling met wat jongeren bezighield. Ik heb daar een afschuw van elk gezag aan overgehouden". Van de weeromstuit voelt Leo Geerts zich aangetrokken tot het anarchisme en de sociale revolte en laat dat ook metterdaad blijken. De keuze voor het individu en tegen de wurgende macht van strukturen, geld en macht is de rode draad in zijn romans "Pagadders" (1982), "Dadaders" (1985), "Een held die armoe zaait" (1989). Ophef maakt hij als in 1989 onder de schuilnaam Marcel van der Linden een persiflage verschijnt op een novelle van Harry Mulisch. Verder schrijft Leo Geerts toneel voor het voormalige Nieuw Vlaams Theater. Zijn kameropera "Ulrike", een antieke tragedie, geïnspireerd op de Baader-Meinhoff-groep, vindt in Duitsland veel weerklank". Tot zover GVA.

Raymond Dupont in Het Beertje nr. 207 (september 1991)