Het goede voorbeeld (2001)

door

Mevrouw de minister Maria Vogels heeft dus een anti-aids-campagne gelanceerd. Om haar werk goed en degelijk voor te bereiden werden kosten noch moeite gespaard. Met grote deskundigheid hebben experts de voorstellen uitgewerkt en... mevrouw Vogels zag dat het goed was...

De hoogste leiding van ons land begint gevaarlijk prestige te verliezen. Eigenlijk zouden onze leiders mensen moeten zijn naar wie je kan opkijken omwille van hun bekwaamheid, hun toewijding, hun stijl van werken, de taal die ze hanteren, de waardigheid van hun publiek optreden, enz. Wij mogen van hen terecht verwachten dat ze op elk gebied een goed voorbeeld trachten te zijn voor iedereen.

Wat doet mevrouw de minister? Zij hanteert een taal uit de meest vulgaire en platvloerse hoek die je kan vinden. En die taal stuurt zij naar... de jeugd alstublieft! Als we voor bv. het menselijk aangezicht woorden gebruiken als "smoel" of "bakkes", dan kunnen we spreken over gemene, platvloerse, vulgaire en uitdagende taal. Mevrouw Vogels gaat in haar conversatie met de jeugd nog veel verder. Voor de meest intieme en delicate lichaamsdelen van elke mens hanteert zij de meest gemene benamingen die er in onze taal bestaan. En als inderdaad een (groot?) aantal jeugdigen dit jargon gebruikt, (heel dikwijls alleen maar om stoer en struis te doen) mist mevrouw Vogels dan geen unieke kans om haar opvoedkundige talenten te gebruiken door integendeel de waardigheid van het menselijk lichaam te benadrukken?

Is het te begrijpen dat mevrouw Vanderpoorten, die als onderwijsminister bekommerd is voor en verantwoordelijkheid draagt voor de opvoeding van onze jeugd, zulke wallebakkerij in de scholen toelaat? Of zakken de leden van onze regering bewust af tot het "niveau" van platvloersheid en vulgariteit? Nu schijnt men de jeugd te zeggen: "doe maar op, maar zorg ervoor dat je geen ziekte opdoet". Is dat toekomstgericht? Een beetje (veel) oppervlakkig, niet?

Leiders, die naam waardig, zouden zich o.i. beter bezig houden met een verantwoorde seksuele opvoeding van onze jeugd. Zou men niet beter trachten de menselijke seksualiteit haar juiste plaats in het leven terug te geven? Dat zou de lichamelijke én zeker ook de geestelijke gezondheid van onze jongeren nogal wat beter ten goede komen dan de wansmakelijkheid van deze campagne.

Op Sint-Jan hebben we van deze campagne gelukkig niets gezien of gehoord. In het containerpark is nog wel wat plaats in de papiercontainer. Dat lijkt ons een excellente reactie op deze pedagogische blunder van mevrouw de excellentie.

Raymond Dupont in Het Beertje nr. 264 (februari 2001)

In 2001 lanceerde toenmalig minister Mieke Vogels (Groen!) de campagne "Veilig genieten", met de slogan "Eerst blabla, dan boem boem". Dit was de inspiratiebron van bovenstaand artikel.