Een eerste kennismaking met de school in 1957 (1995)

door

Wie, zoals ondergetekende, het voorrecht heeft dit college al bijna 40 jaar te kennen, blikt wel eens terug naar die eerste kennismaking. Dat was natuurlijk de inschrijving als nieuwe leerling. De ontvangst was zeer hartelijk door Broeder Felix Minner, die achteraf de directeur bleek te zijn. Maar die liet de inschrijvingskarwei over aan Broeder Gysels, die kort nadien directeur ("Broeder Overste") zou worden. Je merkte al na vijf minuten dat het zou klikken.

De eerste schooldag ergens begin september 1957. Alle leerlingen van heel de school (ongeveer 100?) naar de kapel voor de "Mis van de Heilige Geest". Dat was nog de tijd dat alle leerlingen in het Latijn het Missa Brevis konden meezingen (resultaat van veel oefenen). De Heilige Geest had wel een hart van steen moeten hebben om al die goedbedoelde lieftallige smeekbeden niet te willen aanhoren. Gesterkt door door Zijn onmisbare medewerking konden we naar de klas. De sterkte van Geestelijke Bijstand werd al van de eerste schooldag op de proef gesteld. Ondergetekende kwam in de 5de Moderne terecht (nu 2de mod.) waar Pater Cassenaer zaliger achter zijn lange lat en indrukwekkende stapel boeken de klas binnenstapte. Eerst wou hij reeds een overhoring van vorige les houden "... Neem een blad en schrijf...", toen hij zich realiseerde dat het nog maar de eerste schooldag was. Wiskunde was opgestart.

Na de speeltijd werd tweemaal aan de schoolhel getrokken. De eerste belslag stond gelijk met het affluiten van een vijftal voetbalmatchen die op de speelplaats doorgingen. Alle spelers werden terug leerlingen en gingen netjes in twee rijen staan. Bij de tweede belslag werd het stil en verschenen de Broeders om de leerlingen naar de volgende les mee te nemen. Even na de anderen kwam Pater Plas aangestoven met een "Galior" die net niet uit mekaar viel en waar briefjes van 100 fr. als bladwijzer dienst deden. Onderweg liet hij nog enkele oude puntenboekjes van vorige schooljaren vallen. Die waren toevallig nog niet afgepakt en opgestookt. De eerste les van Galior werd in volle vuur afgewerkt. Vocabulaire, grammaire et exercices én de eerste schooldag van de kinderen Duval, le père et la mère Duval. Voorbeeldige familie. Onmogelijk om even braaf, lief, behulpzaam, werkzaam, slim en voorbeeldig te zijn. Prachtig!

De heer Hautekiet (toen samen met de heer Uydens sr. de enige leken in de school) nam de eerste bladzijden door van de "Beginselen van de Nederlandse spraakkunst" van De Baere. Daarbij hoorde ook "Oefeningen bij de beginselen van de Nederlandse spraakkunst". Oervervelend en oerdegelijk tegelijk. De familie Duval uit Galior werd gerust gelaten.

"Good morning boys, take your copy book and write". Dat was de enige dag dat Broeder Gysels zo niet begon. Wij moesten er wel voor zorgen tegen volgende les een copy-book te hebben, want bij het begin van élke Engelse les was er overhoring over de les tevoren. Tot ons aller grote vreugde maakten we kennis met een nieuwe familie-van-over-den-plas: de familie Wood. Fijne mensen! Dezelfde eigenschappen als de familie Duval. Nochtans geen verwanten van elkaar. Hun leven situeerde zich in het voortreffelijk handboek "The shortest way". Maar die Engelse weg leek langer dan de titel deed vermoeden. Met grammar, vocabulary and exercises. Eén van de auteurs van "The shortest way" heette Gijssels. En wij maar denken dat het Broeder Gysels met een drukfout was. En Broeder Gysels dacht dat hij ons maar best zou láten denken wat we dachten. Tot we merkten dat we verkeerd dachten.

Eénmaal per week was er turnles op het parkeerplein van zwarte asse of op de speelplaats. En als het te slecht weer was om buiten te turnen, trokken we naar de open slaapzaal van de internen, waar de bedden opzij werden geschoven. Je werd er lenig van, je kreeg het warm en je ontwikkelde een voortreffelijke zin voor rechtlijnigheid, wanneer je de bedden moest terugzetten. Het turnuniform bestond alleen uit een paar turnpantoffels die in een ander leven ooit wit geweest waren. Versta me niet verkeerd: we droegen natuurlijk ook onze gewone kleren nog!

Op zekere dag moet de family Wood ergens in het Schotse hooggebergte gezeten hebben, want zij waren nergens te bespeuren. Dan maar een (toen reeds!) oude film afgedraaid met drie oude zeelieden die ons de bekende Engelse song "Row, row, row your boat" leerden zingen. Helemaal geen tophit. Maar we zongen als echte zeelieden. Niemand die uit de boot viel. En voor mannen die willen te kap'ren varen, waren we nog veel te jong, want "mannen met baarden" waren we nog niet. Alhoewel hier en daar een beetje schuchter.

Raymond Dupont in Het Beertje nr. 234 (oktober 1995)