Een bekende schoolverlater: de heer Louis Van de Voorde (1988)

door

Sinds 1959 was het 5de leerjaar B van de lagere school een niet in te nemen burcht. Alleen de heer Louis Van de Voorde, en hij alleen, regeerde over 5B. Dit is gans zijn onderwijzersloopbaan op S.J.B. zijn klas geweest en van niemand anders. En in 5B was maar één man de baas: de meester!

Een trouw en gewetensvol opvoeder is sinds 1 januari 1988 met pensioen gegaan. Zijn loopbaan is op S.J.B. erg bescheiden geweest, omdat hijzelf het wellicht zo wenste: bescheidenheid en soberheid betekenden erg veel voor hem.

Vanzelfsprekend zijn er wel enkele dingen te identificeren met de heer Van de Voorde. In de glorietijd van het "klein internaat" (toen er tot ongeveer 40 internen in "de villa" ondergebracht waren) zaten de internen van het 5de leerjaar uitgerekend elk jaar bij hem. Zijn relatie die hierdoor ontstond met de heer H. Van Soom (van de villa) kwam alleen maar het welzijn van zijn leerlingen ten goede.

Het leven in de natuur interesseerde hem erg sterk. Fauna en flora waren een stukje van zijn leven. Zo maakte hij in de klas, meer dan wie ook, bijzonder veel gebruik van de verzameling opgezette dieren. En de bandjes van de schoolradio met natuurpraatjes werden veelvuldig in de klas afgedraaid.

Wie herinnert zich nog het "houten paviljoentje"? Dit was een soort tweedehands-bouwkeet: een houten klaslokaaltje dat op de plaats stond van de huidige "wit-steken" blok (thans de Middenblok genoemd). Het was er niet comfortabel, maar wel gezellig. We waren op S.J.B. maar al te blij dat we iets hadden om de leerlingen te herbergen. Ook de heer van Boxel kent dat lokaaltje zeer goed, aangezien hij er, vóór zijn directeursambt, ook nog lang heeft gestaan. Van bescheidenheid gesproken! Maar toen, ten tijde van directeur L. Baeten, de "wit-stenen blok" werd opgericht, braken voor de heer Van de Voorde betere tijden aan.

In verband met de heer Van de Voorde werd ook vaak over "gierigheid" gesproken. Punten geven deed hij blijkbaar niet graag. De leerlingen moesten ze dubbel en dik verdienen. En dan nog! Van "geven" was er absoluut geen sprake. Zoiets heeft natuurlijk voordelen.

Een vooraanstaande rol heeft de heer Van de Voorde op het college nooit gespeeld. Het liefst bewoog hij zich op de achtergrond. Maar zijn onopvallende, nederige inzet van elke dag, heeft toch ongewoon veel vruchten afgeleverd bij de schoolse opvoeding van zijn jongens. (Tussen haakjes: zó bescheiden dat hij nooit eens zijn stem verhief, was hij nu ook weer niet).

Laten wij hopen dat hij voortaan bij zijn geliefkoosde hobby (tuinieren) minstens evenveel vruchten mag oogsten.

Namens al zijn oud-leerlingen wensen wij hem - zeer van harte - vele gezonde pensioenjaren toe!

Uit: Het Beertje nr. 173 (januari 1988)