Dertig jaar oud-leerlingenbond (1993)

door

Toespraak geschreven door Paul De Bie (64EC) en voorgelezen door Dirk Nies (76WB) tijdens de jubileumavond van 28 november 1992, ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van de oud-leerlingenbond.

Beminde Olsijaberen en -berinnen,

Laat mij toe u vooreerst deze schijnbaar ongewone aanspreektitel te verklaren. U wordt namelijk toegesproken met de benaming die het bestuur u in de jaren stillekens na lang beraadslagen heeft toebedacht en die tegelijkertijd de aanleiding was voor de benaming van ons communicatiemiddel bij uitstek: Het Beertje.

Beste Olsijaberen en -berinnen dus, laat mij toe het woord tot u te richten en meer in het bijzonder tot onze edelachtbare voorzitter, meneer Dupont, de Raymond. Want inderdaad, vandaag moeten we hem en zijn familie eens letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes zetten naar aanleiding van Raymond zijn dertigjarig voorzitterschap. Geduldige opzoekingen in het rijksarchief hebben bevestigd dat we hier inderdaad te maken hebben met een zeer uitzonderlijke aangelegenheid, gezien de meeste voorzitters het na 25 jaar laten afweten omdat ze ofwel daarna omgekomen zijn bij een wereldoorlog, ofwel de voorzittershamer niet meer konden vasthouden ingevolge jicht, ofwel door de volgende generatie in hun rolstoel naar het ouwemannenhuis werden gebracht, ofwel zo onverstaanbaar werden omdat hun vals gebit veel te groot geworden was dat iemand anders noodgedwongen deze ondankbare taak op zich moest nemen.

En, zou Raymond zeggen, bij een uitzonderlijke gelegenheid hoort een speech, vandaar...

Dertig jaar samenvatten in enkele minuten is eenvoudig als de gevierde dood is, want dan kunt ge u eenvoudig bedienen van allerlei superlatieven en gemeenplaatsen. Maar in dit geval is de gevierde meer dan levend zou ik zo zeggen, en bovendien zo welbespraakt dat hij het niet kan laten zelfs nu zijn stem te verheffen en niets ter zake doende verbeteringen aan te brengen.

Dertig jaar samenvatten in enkele minuten is bij deze gelegenheid dus ondoenbaar, zodat de spreker zich onvolledigheden en gissingen kan permitteren. Bovendien bevindt het archief van de oud-leerlingenbond zich in de kelders en kasten van Raymond zelf, en moest deze viering top-secret blijven voor hem, zodat we niet onopgemerkt dit archief konden raadplegen. Als ons in Sint-Jan gevormde geheugen ons niet in de steek laat, werd de oud-leerlingenbond opgericht in 1962, ter gelegenheid van het uitkomen van het eerste jaar in de hogere cyclus van de moderne humaniora te Westmalle. Kalibers zoals Jules Mintjens (62EC), Mark Verstraeten (62EC) en andere Erik Van Eetveldes (62 EC) wilden de herinnering aan zalige uren bij Pater Plas en Broeder Gysels levendig houden en tussen pot en pint nog eens kunnen ophalen. De Raymond had het grootste blad en mocht daarom iets langer zwanzen. Bovendien dronk hij cola omdat hij nog met de fiets naar Schilde moest. In 1964 kwam de pleger van deze tekst met deze oud-leerlingenbond in aanraking en sedertdien is hij hem en de Raymond niet meer kwijtgeraakt, zeer tot zijn genoegen.

Om de portomonee van de pas afgestudeerde snotneuzen niet te zeer te belasten, werd vergaderd in Ploeghalle in het Rozenhof. Hierbij werd er op toegezien dat men zoveel mogelijk dronk vóór 7 uur, want na 7 uur sloeg de drank op omdat er dan een orkestje speelde. Mét muziek moest er meer betaald worden dan zonder muziek...

Van zodra de Raymond echter één pint gedronken had, liep de vergadering serieus uit de hand. Voorbeelden hiervan zijn nog levendig aanwezig: in de dichte mist werd met de Ami (een vierwielig voertuig dat voor auto moest doorgaan) van Enk Van Eetvelde stapvoets naar Zandhoven gesukkeld om daar in een dancing alle planten van kletskens bier te voorzien, zodat de volgende week er geen enkele plant meer te zien was...

Op het eerste teerfeestje in het bovenzaaltje van "De Kroon" danste iedereen met hetzelfde meiske en de Raymond mocht ze dan naar de bus doen... enzovoort...

Toen Jef Van de Mieroop (63EC) en 2824 (63EC) bij het bestuur kwamen gaf Raymond de toelating om bij "Lies" een echt studentenbal te organiseren met een orkest. Ze hebben er in samenwerking met de Sim (Julien Symoens (66EC)) en het bandje dat bestond uit enkele oud-leerlingen (Louis De Block (68EC), Herman Broeckx (69WA) en René Sansen(68EC)) een spektakel van gemaakt dat Westmalle zich nog levendig kan herinneren. Het bier vloeide bij beken en Lies sliep rustig voort. "Doe gellie da moar mannen, gellie kunt da goe" was haar lijfspreuk, en daar hebben we dan ook gretig (en goedkoop) gebruik van gemaakt. Voor de deursluiters maakte ze dan nog boterhammen met kop (die Marcel van zijn beenhouwerij meebracht) en mosterd, in de keuken.

De voorlopers van deze jubileumavond waren ook merkwaardige feestelijkheden, temeer omdat in de voorbereidende vergaderingen zeker zoveel plezier gemaakt werd als op de feestavond zelf. Het opstellen van de menukaart heeft ons bijvoorbeeld uren vergaderwerk en liters lachtranen gekost. Als Raymond namelijk eenmaal gelanceerd is, is hij niet meer te houden, zowel vroeger als nu, nietwaar Raymond???

Enkele van die feestvergaderingen hadden ook plaats in de refter van de internen, waarbij de broeders ook uitgenodigd werden en graag deelnamen. Historisch daarbij waren de optredens van Raymond en "zijne speech", de Sim en... het renaissance-orkestje van Bob, Frank en zussen. Nu moet ge niet denken dat we alleen maar vergaderd en gefeest hebben. Dat hebben we al héél veel gedaan, maar tussendoor hebben we ook de studiedagen van de Nationale Confederatie van oud-leerlingenbonden bijgewoond in Brussel. Daar werd tot onze grote verbazing alleen Frans gesproken en bleken veel paters en nonnekens aanwezig te zijn van de Broeders van Liefde die met hun duizenden oud-leerlingen en de 150 van Sint-Jan in Westmalle een drukkingsgroep wilden vormen om de belangen van het katholiek onderwijs in Belgique te verdedigen. We waren toen rap terug van Brussel, maar Raymond was er toch in geslaagd om van diverse oud-leerlingenbonden gedaan te krijgen dat ze hun oud-leerlingenblad of blaadje naar hem opstuurden, zodat we daar bruikbare ideeën uit konden pikken voor ons eigen "Beertje".

En met dat Beertje ben ik dan aangekomen op een ander geesteskind van onze geliefde en beminde voorzitter, want als een rode draad doorheen zijn dertigjarig voorzitterschap loopt de geschiedenis van het tijdschriftje van onze vereniging. Dertig jaar heeft hij bij het bestuur, bij de hoofdredaktuur en de redaktieleden moeten zagen voor teksten voor het Beertje en voor helpers om het verstuurd te krijgen. Dertig jaar lang heeft hij zelf voor de teksten gezorgd en de dagklapper bijgehouden. Of het nu in groot formaat op glanzend papier gedrukt werd, of ineengedraaid op twee bescheiden A4 blaadjes, Het Beertje verscheen, werd verstuurd en niet te vergeten, het werd nog gelezen ook. Hoeveel keer heeft hij niet via Het Beertje meegedeeld dat Joris geboren was, het broertje van Ilse en Dirk en meteen het derde, of was het nu het vierde kindje in het gezin van Wim Van Doninck (68WB) (?).

Welke heksentoeren zijn er niet uitgehaald om leraars te interviewen over turnfeesten en Romereizen, meneer Hautekiet over vogeltjes of de heer Matthé over Londen.... Hoelang zal het nog duren eer meneer De Busser eindelijk eens zal mogen vertellen over zijn zalige jaren bij de Broeders in Westmalle enzovoort... Raymond stencilde, kopieerde, discuteerde met de postmeester over drukwerktarieven, "vergat" onkosten door te betalen en... boert nog altijd onverstoorbaar voort. Hiervoor vragen we nadrukkelijk een hartelijk applaus.

Meneer Dupont, want voor onze oud-leerlingenbond zijt ge een grote meneer, beminde oud-leerlingen, sta het bestuur toe Raymond voor alles wat hij gedaan heeft en wat hij de volgende 30 jaar nog zal doen voor ons, vandaag eens extra in de kijker te plaatsen. We willen onze dankbaarheid gestalte geven in een kleine attentie voor hem, voor zijn vrouw Lea en zijn dochters, want de vele uren dat hij met de oud-leerlingenbond bezig was, hebben zij hem toch ook moeten missen. Naast het traditionele "tinnen bord voor zijn kop" willen we hem een cadeaubon geven namens het bestuur en laten we omstreeks deze tijd een ruiker met 30 rozen bij Lea thuis bezorgen. Raymond en Lea, hartelijk dank voor alles en we wensen u oprecht een zalig Kerstfeest, namens uw nederige doopkinderen,

Het bestuur.

Uit: Het Beertje nr. 218 (januari 1993)