Brand Sint-Martinuskerk, 1915 (2023)

door

Op zoek naar de vroegste vermelding van onze school in online krantenarchieven, kwamen we uit in het jaar 1915. De Franse geestelijken van Sint-Viator hadden pas 3 jaar eerder, in 1912, het huidige hoofdgebouw van de school opgericht en er hun juvenaat ondergebracht. In 1914 was de Grote Oorlog uitgebroken. Religieuzen, novicen en juvenisten – zo'n 70 in totaal – kregen een onderkomen in de benedictijnenabdij van Oosterhout in het 'vrije' Nederland. Een aantal onder hen werden opgeroepen en vier sneuvelden er aan het front, waaronder pater Baccalou, de eerste directeur.

De leegstand van het gebouw tijdens de oorlog kwam echter goed van pas in juni 1915. We lezen in het Nieuws- en Advertentieblad van Herentals (donderdag 19 juni 1915): “De kerkelijke diensten te Westmalle zullen, tengevolge van ’t afbranden der parochiekerk, voortaan geschieden in het klooster der Broeders van de St. Viator. De eerw. Overste heeft te dien einde een grote zaal ter beschikking gesteld.”

Afbranden van de kerk? Jawel: op dinsdag 10 juni 1915 ging de Sint-Martinuskerk van Westmalle, waar velen onder ons waarschijnlijk hun eerste of plechtige communie gedaan hebben, of schoolvieringen bijgewoond, volledig in de vlammen op. Dit lazen we in het Aankondigingsblad van Turnhout van donderdag 12 juni:

Dinsdag nacht, om half twaalf, brak er een brand uit in de prachtige parochiekerk van  deze volkrijke gemeente. Weldra stegen de vlammen hemelhoog; een uur later was om zo te zeggen heel de kerk verteerd door het alverslindend vuur. Alleen de sacristij is behouden, met schier al de schatten der kerk. Deze vrijwaring is alleenlijk te danken aan het moedig optreden der pompiers van Westmalie. Van de kerk zelf is alles verloren. Enkel staan er nog de naakte muren, die hier en daar dreigend wankelen. De oude muurschilderingen, op verschillende pilaren, welke de beeltenis weergaven van de apostelen, zijn verloren. De E. H. Pastoor Nelo, die terecht bijzondere waarde hechtte aan die fresco’s, had er reeds verscheidene laten herstellen. De preekstoel, de biechtstoelen, de meeste staties van de kruisweg, al de stoelen, de communiebanken, kortom, gans de kerk, met al wat er waait en draait, is ten prooi gevallen van het al-vernietigend element. Rond middernacht stortte de toren in met een donderend en krakend geweld. De zware klokken kwamen op den grond zwaardoffend nederploffen; ook het oksaal met het rijke orgel, behoren tot het verleden. Deze treurige ramp heeft niet enkel de heren pastoor en onderpastoors, maar heel de parochie teneergeslagen. De oorzaak van de brand is tot heden onbekend. Dinsdagavond, om 19:30, had nog het Lof plaats. Rond half negen werd de kerk gesloten door den koster Aloïs De Clerck. Een drie, vier uren later stond de parochie zonder kerk. Er zijn geen persoonsongelukken te betreuren.

De kerk werd in 1926-1927 heropgebouwd en vergroot met twee zijbeuken.

Mathias Van Aken (94LAGR) in Het Beertje nr. 357 (december 2023)