Tien jaar Noord-Amerika (2016)

door

Een kleine tien jaar geleden vertrok onze oud-leerling Bruno Rubbens (95WEWI) met zijn echtgenote Iemke en hun zoontje van twee naar Houston, Texas in de Verenigde Staten. Ze arriveerden er bij het begin van de zomer, en die is ginds zeer heet: 35°-40° C. Niet zozeer de temperatuur doch wel de luchtvochtigheid (>90%) doet zweten en hunkeren naar de airco. Het verschil in temperatuur tussen de airco en buiten maakt een mens echter snel ziek; het was een weerkerend gegeven bij het begin van elke zomer. Een eerste zaak die hem opviel waren de huizen. Deze zijn allemaal van hout en bakstenen worden ervoor geplakt als versiering. Met het gevolg dat hij eens met zijn boormachine een enorm gat maakte in de gyproc buitenmuur om een kadertje op te hangen. Een nageltje was voldoende geweest!

Daarnaast is er het fenomeen van de private gezondheidszorg. Een huisarts heeft men niet. Als uw kind ziek is, gaat u naar de spoedgevallen. Het eerste wat ze u daar vragen zijn uw creditkaart en/of gegevens van uw verzekering.

Na een bevalling -ze kregen er nog een dochter en twee zonen- vliegt de mama na één nacht al het ziekenhuis uit! De papa krijgt geen enkele dag verlof op het werk. Buiten de eigen kinderen zijn er geen kinderen toegelaten op de materniteit. Die afdeling wordt trouwens steevast met een bewapende bewakingsagent dag en nacht bewaakt tegen de baby-ontvoeringen. De baby wordt er genoemd naar de mama ("babygirl/babyboy Janssens"), en men vráágt zelfs niet naar de voornaam in het ziekenhuis!

Voor een internationaal paspoort voor de baby moet je dan weer naar het postkantoor. Daar wordt er dan een 'duidelijke' pasfoto gemaakt van een 2 weken oude baby en moeten de ouders met de hand op de Bijbel zweren dat het hun kind is.

Alles is ook "big" in Texas. Bussen melk koopt men in verpakkingen van 4 liter en er passen er wel een paar in de (Amerikaanse) ijskast. Men doet ook alles met de wagen (voetpaden bestaan er enkel 'downtown'). Snel even een half uurtje rijden om naar de winkel te gaan is gebruikelijk. De winkels zijn wel 7 dagen op 7 open (ook banken en postkantoren), en supermarkten meestal 24u/24u open.

Na 4 jaar in de oven te hebben gewoond zijn ze dan verhuisd naar de diepvries, namelijk Edmonton in Canada. Edmonton is nog steeds een typische Noord-Amerikaanse stad, d.w.z. geen echt centrum buiten de zakenwijk, geen café, noch frituur op de hoek,... De mensen zijn hier wel veel opener en denken hier veel meer werelds. Er was hen verteld dat ze best niet in de winter zouden verhuizen. Dat bleek wel juist te zijn. Vanaf einde oktober begint het er te vriezen tot midden april. Er zijn koude periodes (-25°/-35° C) en 'warme periodes' (-5°/0° C), maar vanaf de 1ste sneeuwval ziet men de straatstenen niet meer terug voor Pasen. Sneeuw moet er dus wel geruimd worden, en niet alleen op de eigen oprit. De stadsdiensten zijn heel de winter bezig met wegen berijdbaar te maken en de sneeuw letterlijk weg te brengen naar een dumpingplaats waar er dan een plaatselijke berg verschijnt.

Canadezen trekken er graag op uit om te kamperen en leven zoveel mogelijk in harmonie met hun schitterende natuur. Zelfs in de centra van steden vindt men geen papiertje op de grond. Men kan Canada misschien het beste vergelijken met Zwitserland maar dan in het groot en veel minder bevolkt.

De vier kinderen gaan naar de plaatselijke scholen in Edmonton. De lagere school volgden ze in een Franse immersieschool: in de klas werd er grotendeels Frans gesproken en op de speelplaats Engels.

Het grootste verschil met Europa zijn de mensen en hun mentaliteit. Amerikanen en Canadezen zijn namelijk supervriendelijke en behulpzame mensen. Wat missen ze het meest van België? De warme bakker en de beenhouwer! Ginds koopt men immers alles in de supermarkt en verschillende soorten beleg hebben ze niet. Wat ze ook missen is de frituur en het café op de hoek van de straat. Het meest missen ze natuurlijk hun familie en vrienden en -last but not least - de 6WEWI klasreünies!

Wie meer informatie wil, in de buurt is of misschien ook een emigratie overweegt, mag steeds met hem contact opnemen.

Uit: Het Beertje nr. 326 (februari 2016)