Pastoor Nelo (1856-1928) (2024)

door

In Het Beertje nr. 351 van juni 2024 bespraken we het leven van E.H. Jozef Tengrootenhuysen, op wiens land onze school verrees. Naar hem werd het hoofdgebouw van de school, het Groothuys, genoemd. Vandaag willen we onze aandacht richten op een andere belangrijke figuur uit de geschiedenis van onze school, nl. pastoor Jozef Nelo. Hij werd aangeduid als uitvoerder van het testament van E.H. Tengrootenhuysen. Zo zorgde hij, in samenwerking met Maximilien, graaf de Renesse, ervoor dat de gronden ter beschikking gesteld werden van de uit Frankrijk verdreven Clercs de Saint-Viateur, die ze zouden gebruiken voor hun onderwijsproject. Pastoor Jozef Nelo werd op 1 oktober 1910 de eerste directeur van het zgh. “Sint-Jozefsgesticht, beroepschool voor jongelingen”. Naar hem is ook de Nelozaal in het Groothuys vernoemd.

Jozef Jacobus Nelo werd geboren op 23 november 1856 in Merksplas, in een groot gezin van twaalf kinderen. Hij was de oudste zoon uit het tweede huwelijk van zijn vader. De religieuze roeping was een belangrijk thema in de familie Nelo; zijn broer Josephus Michael werd prelaat in de Norbertijnenabdij van Averbode, en zijn andere broer, Carolus, diende als pastoor in de Sint-Pietersparochie in Bertem, nabij Leuven. Deze geestelijke toewijding binnen de familie legde mogelijk de basis voor Nelo’s eigen toewijding aan zijn geloof en zijn gemeenschap.

Jozef Jacobus Nelo wijdde zijn leven aan de Katholieke Kerk. Na zijn priesterwijding in Mechelen op 21 februari 1880 begon hij zijn carrière als leraar in Vilvoorde, gevolgd door diverse onderpastoorposities. Hij diende eerst in Essen, daarna in Brussel in de Minimenkerk, vervolgens in Hoogstraten, en later bij de Broeders van Liefde in Mortsel. Uiteindelijk kwam hij terecht in Antwerpen, in de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Deze jaren van omzwervingen door verschillende parochies en gemeenschappen brachten hem een breed scala aan ervaringen in de bediening, waardoor hij goed voorbereid was op zijn uiteindelijke aanstelling als pastoor.

Op 24 april 1903 werd Nelo benoemd tot pastoor van de Sint-Martinusparochie in Westmalle, een rol die hij bijna een kwart eeuw zou vervullen. Zijn pastoraat in Westmalle werd gekenmerkt door een diepe verbondenheid met de gemeenschap. Hij stond bekend om zijn betrokkenheid bij het leven van zijn parochianen, zijn vriendelijkheid en zijn gevoel voor humor. Hij wist de mensen te inspireren door zowel zijn woorden als zijn daden. Oudere parochianen die door hem gedoopt waren, herinnerden zich zijn warme persoonlijkheid en zijn speelse kant, en vertelden graag verhalen over de humor en vreugde die hij in de gemeenschap bracht.

Een bekend verhaal over pastoor Nelo toont zijn aandacht voor kinderen en zijn speelse kant. Na de plechtige communie nam hij de kinderen mee naar de pastorij, waar ze werden getrakteerd op chocolade en een gezellige tijd in de tuin. Hier konden ze naar hartenlust ravotten, ongeacht hun feestkleding. Zijn nabijheid tot de jeugd en zijn bereidheid om tijd en energie aan hen te besteden, maakten hem tot een geliefde figuur in Westmalle. In 1908 organiseerde hij een viering voor de vijftig communicanten in de parochie, waarbij hij de meisjes en jongens verwelkomde alsof het een persoonlijke aangelegenheid was.

Naast zijn pastorale werk was pastoor Nelo een man van actie die zich inzette voor de gemeenschap op tal van praktische manieren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij benoemd tot voorzitter van het plaatselijke Nationale Hulp-Voedingscomité. In deze rol was hij verantwoordelijk voor het distribueren van voedsel, kleding en andere basisbehoeften aan de getroffen gezinnen in Westmalle. Dit werk werd mogelijk gemaakt door de Nationale Commissie voor Hulpverlening in België, die gesteund werd door ambassadeurs van de Verenigde Staten en Spanje. Hierdoor kon Nelo tal van parochianen helpen tijdens de moeilijke oorlogsjaren. Zijn leiderschap in deze functie toont zijn diepe toewijding aan zijn medemensen, ongeacht de omstandigheden.

Pastoor Nelo was ook een man met een sterke visie voor zijn parochie en zijn gemeenschap. Hij was de drijvende kracht achter de bouw van een kapel in Westmalle in 1905. Deze kapel was meer dan alleen een gebedshuis; het was een symbool van de kracht en toewijding van de gemeenschap. Voor de bouw van de kapel moesten aanzienlijke middelen worden verzameld, en pastoor Nelo speelde een belangrijke rol in het bijeenbrengen van deze middelen, mede door het mobiliseren van zijn parochianen. Toen de kapel eenmaal was gebouwd, organiseerde hij daar de jaarlijkse processies, een traditie die hij zelfs tijdens de Duitse bezetting tijdens de Eerste Wereldoorlog niet wilde opgeven. Ondanks het verbod van de bezetter bleef hij vasthouden aan de jaarlijkse processie. Dit tekent zijn vastberadenheid en zijn diepe geloof in de waarde van religieuze rituelen als bron van kracht en hoop voor de gemeenschap.

Naast zijn werk in Westmalle was Nelo actief in de bredere katholieke gemeenschap. In 1912 was hij medeoprichter en geestelijk bestuurder van ‘De Katholieke Wacht’, een organisatie die een voorloper was van de huidige CD&V. Het doel van ‘De Katholieke Wacht’ was het versterken van de katholieke invloed in de samenleving en het waarborgen van katholieke waarden. Op 1 mei 1913 organiseerde hij de vlaggenwijding voor de vereniging in de parochiezaal van Westmalle. Tijdens deze plechtige ceremonie werd het vaandel ingezegend, en er werd een vlaggenlied gezongen met de veelzeggende titel: *Vooruit Westmal!* Dit initiatief toont aan dat Nelo niet alleen een pastoor was die zich met zijn parochie bezighield, maar ook een man met een bredere maatschappelijke visie.

Op 29 november 1926 ging pastoor Nelo met pensioen en keerde terug naar zijn geboortedorp Merksplas, waar hij in de Dorpsstraat ging wonen. Hij overleed op 4 augustus 1928 op 71-jarige leeftijd en werd daar ook begraven. Zijn nalatenschap leeft echter voort in Westmalle. Zijn jarenlange toewijding aan de parochie, zijn zorg voor de minderbedeelden, en zijn inspanningen om de gemeenschap te versterken, maakten van hem een blijvend geëerde figuur. Hij was niet alleen een priester, maar een steunpilaar voor zijn gemeenschap, iemand die in tijden van nood altijd klaarstond om te helpen.

De invloed van pastoor Nelo reikte echter verder dan zijn leven in Westmalle. Door zijn betrokkenheid bij maatschappelijke organisaties, zijn leiderschap tijdens de oorlogsjaren, en zijn visie voor een verenigde katholieke gemeenschap, liet hij een blijvende indruk achter. Zijn werk en zijn toewijding aan het welzijn van zijn parochianen en de bredere samenleving getuigen van een man die leefde volgens zijn geloof en die zijn leven wijdde aan de dienstbaarheid en rechtvaardigheid. Zijn erfgoed is een inspirerend voorbeeld van hoe één persoon een blijvende impact kan hebben op de levens van velen.

Mathias Van Aken in Het Beertje nr. 361 (december 2024)

Deze tekst werd samengesteld op basis van een bijdrage in het contactblad van de Heemkundige Kring van Malle (nr. 4, 2006). Bronvermeldingen aldaar.