Een bekende schoolverlater: de heer Jan Uydens (1985)

door

Misschien ken je die postkaart van het college: de speelplaats (nog zonder internenkamers en het afdak nog onder de "paalklassen"): tweemaal een rij leerlingen in turnuniform en in het midden de turnleraar: de heer Jan Uydens. Dat beeld zal wel alle oud-leerlingen bijblijven, omdat het zo typisch is!

Reeds in de jaren vijftig kwam de heer Uydens op S.J.B. de lessen Lich. Opv. geven voor de drie humanioraklassen van toen. Soms was dat op de speelplaats, soms op het grint van de parkeerplaats. Als het weer het écht niet toeliet moest er maar wat theoretische les in de klas gegeven worden.

Op een keer, toen we moesten oefenen voor de "Plechtige Prijsuitreiking" bij het einde van het schooljaar werden op de slaapzaal van de internen (toen nog zonder alkoven) de bedden opzij gezet, de platenspeler erbij behaald, en zo konden we ongestoord (?) verder repeteren (voor zover we niet door de planken vloer zakten).

Toen de turnzaal gebouwd werd (rond 1961-62) kon men veronderstellen dat de lesomstandigheden erop zouden verbeteren. Dat was wel zo, maar nu moest de heer Uydens weer om de haverklap "zijn" zaal afstaan voor toneel, film, voordrachten, enz. Hij deed het graag omwille van zijn collega's, maar hij was helemaal niet gelukkig zijn lesprogramma's telkens te moeten aanpassen.

Een gezonde geest in een gezond lichaam... Voor die gezonde geest waren veel leraars beschikbaar. Voor het gezonde lichaam stond (en staat) alleen de turnleraar borg. De heer Uydens eiste hierbij zeer resoluut voor orde en tucht. Samen met de vroegere directeur, Broeder Gysels, voerde hij het turnuniform in. Maar dat moest dan ook elke les perfekt in orde zijn. Maar zo waren ook zijn lessen: rustig, tuchtvol, ordelijk en kalm. En dus werkte hij met zeer grote efficiëntie.

Sommige oud-leerlingen van de jongste generaties zullen zijn lessen wel erg klassiek en monotoon vinden: dat (Zweedse?) turnen met bestudeerde bewegingen. Voor wie er niets van kent lijkt het allemaal wat doelloos zwaaien en draaien. Maar toch had het enorme voordelen: élke leerling (ook de zwakste en de stijfste) kon deelnemen, zonder al te veel risico's voor kwetsuren. Die zeldzame kwetsuren kon hij, als kinesist, trouwens zeer goed opsporen. Verder door zijn turnlessen kreeg men ook zin voor schoonheid en voor ritmiek. Men leert zijn eigen lichaamsbewegingen harmonisch beheersen en - vooral bij de grote turnfeesten RITMICA - kon men met weinig middelen een bont spektakel van kleur en beweging voor het publiek brengen: een streling voor het oog van de toeschouwer: de fiere vader en de trotse moeder die zagen dat ook hun zoon erbij was.

Hoeveel turnfeesten heeft hij niet georganiseerd ? Wie herinnert zich niet dat weken van tevoren de feeststemming in het college groeide met de feestmuziek van de herhalingen ??? Door eindeloos geduld, een klare kijk, vertrouwen in de leerlingen en leerkrachten, bracht hij al zijn RITMICA-feesten tot een zeer suksesvol einde. Toegegeven dat hij uitstekend geholpen werd door de andere turnleraars (vooral de heer De Haes), door enkele andere leraars (vooral de heren Schramme en Verachtert), maar toch bleef het allemaal zeer overtuigend ZIJN werk. Hiervoor nog eens extra veel dank en proficiat, mijnheer Uydens!

Maar niet alleen langs de turnfeesten maakte hij zich buitengewoon verdienstelijk. Hoeveel uren, dagen en weken heeft hij niet gewerkt aan het schilderen van de sportterreinen op de speelplaatsen? En wie herinnert zich ook nog dat de heer Uydens op onze school een tijdlang een ZANGKOOR heeft gedirigeerd? En het mocht gehoord worden!

Wie zou er enig idee van hebben hoeveel vierkante meter overgordijnen zijn echtgenote en hijzelf hebben vervaardigd voor de klassen en... voor de turnzaal (opdat o.a. ZIJN turnzaal kon verduisterd worden voor de filmfora o.l.v. de heer Verachtert).

Na zo vele jaren van mateloze inzet en bereidheid moet het laatste schooljaar (1984-85) hem toch een fantastisch gevoel van vreugde gegeven hebben. Als orgelpunt op zijn rijkgevulde loopbaan mocht hij in onze school samen les geven aan de zijde van zijn zoon Luc en zijn dochter Greet, beiden Licentiaten in... Lichamelijke Opvoeding! Een genoegen dat niet velen zullen kennen. Maar we gunnen het hem van harte!

Voor een collegefiguur als de heer Uydens kunnen we in een stukje als dit niet anders dan tekortschieten. Het is allemaal zó bijzonder weinig in verhouding tot zijn enorme verdiensten voor allen.

Laat dit overzichtje dan wel een spontane uiting zijn van blijvende waardering en dankbaarheid voor deze onvergetelijke leraar. De oud-leerlingen danken de heer Uydens van harte voor zijn inzet en voor alle werk dat hij geleverd heeft ten behoeve van zó veel stramme en stijve spieren. Namens alle oud-leerlingen wensen wij hem een zeer lange periode toe om van zijn pre-pensioen en zijn eigenlijk pensioen te mogen genieten, samen met zijn echtgenote. Tot ziens, Mijnheer Uydens!

Raymond Dupont in Het Beertje nr. 151 (november 1985)