De kleren maken de man (2017)

door

Vandaag de dag zie je in het straatbeeld zeer duidelijk wie moslim is en wie niet. Vooral vele moslimvrouwen komen via hun kledij uit voor hun geloof. Er was een tijd dat ook de katholieke geestelijken en religieuzen een zeer herkenbare kledij droegen; totaal anders dan de "gewone" man of vrouw.

Ook in onze school droegen de broeders en paters een lang zwart priesterkleed (soutane) met aan de hals een duidelijk zichtbare Romeinse kraag. We weten niet of ze elke avond en morgen ál die knoopjes van de soutane van aan de hals tot op de voeten losmaakten en terug dicht deden. En we vroegen ons toen ook af wát ze onder die lange zwarte rokken aan hadden. Toen een broeder boven op een ladder stond, zag ik alleen zwarte sokken en blote onderbenen... Boven de soutane droegen ze heel dikwijls een lange zwarte stofjas.

Ook de kloosterzusters liepen in een zwart, bruin, grijs, wit... kleed tot aan hun voeten. Zeer opvallend waren de verschillende modellen van kap, waarbij meestal alleen hun aangezicht zichtbaar was. Wat ze onder hun nonnenkleren droegen, daar dúrfden we zelfs niet aan denken!

Na het concilie hingen de mannelijke geestelijken hun soutane aan de haak en droegen ze een "clergy-pak" met een kruisje op de kraag: zwart of donkergrijs kostuum, zwart of grijs hemd en voorlopig nog de "Romeinse kraag" tot die vervangen werd door een das. Alleen sommige priesters of diakens kan je tegenwoordig nog herkennen aan het kruisje dat ze dragen.

Terug naar onze school... De lekenleraars droegen tijdens de jaren vijftig, zestig, zeventig bijna allemaal een keurig maatpak met hemd en das, hetzij een volledig eenkleurig kostuum, hetzij afzonderlijke broek en colbert. Mede onder invloed van de mode en de tijd evolueerden ook zij naar de hedendaagse kledij zoals iedereen.

Tot ongeveer einde de jaren zestig vorige eeuw droegen ook de meeste leerlingen een gewoon maatpak met das, net als de leken-leraars. Naargelang de leeftijd en het seizoen droegen ze ook een korte of lange broek (soms een pofbroek) en een colbert of trui. In de zomer mocht alléén het bovenste knoopje van het hemd los. Het hemd moest in de broek steken.  Voor de internen was er ook een stofjas, eerst een zwart-grijs-wit gespikkelde, nadien beige. Kwestie van hun gewone klederen proper te houden… tot de stofjassen uit beeld verdwenen.

Stilaan vond ook een "geklede" lange broek met trui en sportieve overjas ingang in het gewone schoolleven. Slechts schoorvoetend volgden de leraars deze evolutie. Bij de leerlingen verschenen de eerste jeansbroeken. Voor de leraars waren (zijn?) die niet toegelaten. In de zomer verschenen eerst kleurrijke hemden met korte mouwen en zelfs... T-shirts. De mode kreeg meer en meer invloed op de kledij; bijvoorbeeld de zeer brede tot uiterst smalle broekspijpen. Wie kent nog die beenverwarmers? Klassieke schoenen en sandalen werden vervangen door meer sportieve modellen. Vergeten we ook niet de opkomst van de merkkledij: Milet, Lacoste, Docksides...

Onder invloed van de Beatles lieten de leerlingen hun haar lang(er) groeien. Wat we nooit voor mogelijk achtten, gebeurde toch: sommige jongens met ringbaard en/of paardenstaart. Na een aantal jaren was dat niet meer modern en liet men het haar (zeer) kort knippen. Ooit verscheen er een leerling met een kaalgeschoren knikker op school. Dat mocht niet, want zoiets hoorde bij "extravagante" haar(?)tooi.

Het invoeren van een schooluniform is nooit echt ter sprake gekomen, maar in het schoolreglement ging men nu noodgedwongen een onderscheid maken tussen vrijetijds- en schoolkledij. Geen vrijetijdskledij op school (= werkplaats!). Geen extravagante kledij of haartooi. Steeds bovenkledij met mouwen en sokken of kousen verplicht. 

In 1981 verschenen de eerste vrouwelijke leerkrachten en in 1983 ook de eerste meisjesleerlingen op het college. De directie boog zich over het invoeren van nieuwe normen: geen bovenkledij zonder mouwen, geen te grote halsuitsnijdingen en geen te korte jurken. Maar... wanneer is een halsuitsnijding te groot en de rok te kort ? Een discussie die misschien nooit eindigt. Verder ging het over oorbellen, cosmetica, haartooi... Het college stelde als regel: een klassiek, sober, verzorgd en stijlvol voorkomen. Zeker niet extravagant.

Voor de jongens in de hogere jaren was de lange broek verplicht, ook in de zomer. Hun protest haalde zelfs het TV-nieuws. Maar meisjes zijn en blijven meisjes. Gelukkig maar! Zij vielen niet onder die verplichting. Voor hen waren er dan weer andere richtlijnen.

De modetrends volgden elkaar in snel tempo op. Kledij met reclame of ongepaste teksten of afbeeldingen mochten niet; uitgezonderd een kleine onschuldige illustratie. Later verschenen de gebloemde lange zomerbroeken voor meisjes. Ik dacht eerst dat ze uit gordijnenstof gemaakt werden... In de zomer moest dan weer opgetreden worden tegen de blote buiken en ruggen, zowel bij leerlingen als leerkrachten. Weg met het bloot!

Tijdens de mondelinge proefwerken van de eindklassen bestaat nog altijd de traditie van een keurig pak voor de jongens en even keurige klassieke kledij voor de jongedames. Hierover zegde professor Mark Eyskens (KUL) ooit eens: "Sommige meisjesstudenten verschenen op het mondeling examen met diep inzicht en met de stof boven de knie. Er wordt beweerd dat de jongedames hiermee op geen enkel extra punt op het examen konden rekenen. Laten we hopen dat het (nog altijd) waar is...

Met die hele evolutie zijn onze jongens en meisjes gelukkig niet vergeten dat er ook nog feestelijke "gala-kledij" bestaat. Kijk maar naar de zesdejaarsen die hun honderddagen (Chrysostomos) vieren!

Turnuniformen. We schrijven wel duidelijk: "turn"uniform voor de "turn"lessen: een afwisseling van "Zweeds turnen" en een beetje sport. De oudere oud-leerlingen herinneren zich zeker nog de grote turnfeesten "Ritmica".

De eerste turnuniformen werden ingevoerd rond 1958/1959: witte T-shirt (later met embleem), korte donkerblauwe turnbroek met aan weerszijden een witte verticale band, witte sokken en witte turnpantoffels (gympjes). De leraars lichamelijke opvoeding (J. Uydens en T. De Haes) waren op dit alles erg streng. De kledij werd in turnzakjes bewaard in speciale kastjes per klas. Uiteraard moest ze op geregelde tijden mee naar huis voor een wasbeurt.

De eerste meisjes droegen - tot hun groot ongenoegen - een donkerblauwe maillot met lange, aan de benen passende, turnbroek. De synthetische stof was - volgens hun zeggen - heel onaangenaam om dragen o.a. omwille van de transpiratie.  Er werd serieus over geklaagd. 

Leerkrachten en directie gaven gehoor aan de smeekbeden en de donkerblauwe maillots werden vervangen door een meer luchtige en comfortabele kledij. Zowel voor jongens en meisjes bestaat het nieuwe uniform voor lichamelijke opvoeding uit: grijze T-shirt (met embleem) en antracietgrijze korte sportbroek. De klassieke "turnsloefen" (gymschoenen) werden vervangen door sportschoenen. De klassieke turnlessen waren trouwens al lang "sport"lessen geworden. Of gewoon: "lichamelijke opvoeding".

Maar… het belangrijkste is nog altijd de persoon in al die klederdrachten!

Raymond Dupont (62EC) in Het Beertje nr. 331 (juni 2017)